Subsidie op zonnestroom

Ondanks de magere subsidie op zonnestroom investeren veel Nederlandse bedrijven en ook particulieren momenteel in deze vorm van groene energie. De Nederlandse overheid zet overduidelijk meer in op windenergie en laat, anders dan bijvoorbeeld Duitsland, de ontwikkelingen op het gebied van zonnestroom links liggen. Volgens velen is dat is een gemiste kans.

Solar dakbedekkingen met zonnecelfolie zoals Evalon® Solar van Weka Daksystemen (producent Alwitra Flachdach Systemen met zonnecellaminaat van Uni-Solar),  IKOsolar van Nebiprofa, Kalzip®AluPlusSolar van Corus Bouwwat  hebben inmiddels hun waarde bewezen. En ook het zonnecellaminaat dat Helianthos momenteel ontwikkelt, lijkt een veelbelovend product te worden wanneer we het hebben over duurzaam bouwen en de toepassing van meer zonne-energie.
Helaas is de Nederlandse overheid kennelijk nog niet zover dat ze op grote schaal deze vorm van groene energie wil stimuleren. Zo werd in 2003 de subsidie op zonnestroomsystemen afgeschaft met als gevolg dat de markt voor zonne-energie in Nederland behoorlijk in elkaar zakte. “Aanvankelijk werd met de MEP-regeling behoorlijk gesubsidieerd, maar die regeling bleek helaas nogal fraudegevoelig. Daarom werd de subsidiering door de overheid stil gelegd”, zegt Dick Groenenberg Adviseur bij Weka Daksystemen BV.  “Er was in die tijd heel veel technologische kennis in Nederland, maar door dat wegvallen van de subsidieregeling is die kennis jammer genoeg verloren gegaan.” Er zijn volgens Groenenberg zelfs fabrieken ontmanteld om in andere landen zoals Duitsland weer te worden opgestart. Hij vindt dat absoluut een gemiste kans.

Een lichtpuntje is gelukkig dat men heeft ingezien dat er misschien toch wel toekomst zit in het energie opwekken via fotovoltaïsche zonnepanelen. Sinds april 2008 wordt weer (mondjesmaat) gesubsidieerd via de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE). Iedereen die energie wil produceren op een manier die het milieu nauwelijks belast, kan gebruik maken van de SDE. Met de SDE vergoedt de overheid het verschil tussen de kostprijs van de ‘reguliere energie’ en de duurzame energie. Levert duurzame energie uit het project te weinig op, dan vult de SDE namelijk de opbrengsten aan. Door de vele aanvragen was de subsidiepot van de eerste ronde echter snel leeg en nu is op 6 april 2009 een nieuwe, aangepaste subsidieronde SDE 2009 van start gegaan. Weliswaar is er een uitbreiding naar 20 MW, maar ook dat is jammer genoeg nog steeds mondjesmaat. Aanzienlijk minder zelfs dan in België. Tot 2004 was de Belgische markt minimaal vergeleken met de Nederlandse markt, in 2008 was de markt in Vlaanderen al tienmaal groter dan de Nederlandse.

Toch rendabel

De Nederlandse overheid loopt dus behoorlijk achter. En dat terwijl met een klein beetje steun ook in ons land zonne-energie rendabel te maken is. “Als bedrijf wil investeren in zonne-energie, dan moet je rekenen op een TVT van 6 tot 8 jaar, mits er gebruik wordt gemaakt van de diverse overheidsubsidies en fiscale voordelen. Particulieren kunnen niet van de verschillende subsidies gebruik maken en daardoor is de TVT ongeveer 10 jaar”, aldus Dick Groenenberg.
Om te zien hoe stimulerend subsidiering werkt, hoeven we alleen maar naar Duitsland te kijken. Daar voerde de Duitse overheid een systeem van slimme en stabiele subsidies in. Dat mechanisme kan ook in Nederland werken. Wanneer de productie goed op gang is gekomen, zullen de kosten dalen en wordt zonne-energie goedkoper. Daarmee maakt de subsidie zichzelf op termijn overbodig en krijgen bovendien ondernemers de ruimte.
Om de toepassing van zonne-energie te versnellen, heeft zo’n tien Europese landen stimuleringsmaatregelen geïntroduceerd. Duitsland is hiervan het meest sprekende voorbeeld. Alle Duitse elektriciteitsbedrijven zijn verplicht volgens het zogeheten Erneuerbare Energie Gesetz (EEG) ofwel Einspeisegesetz (toevoerwet) verplicht de geleverde elektriciteit af te nemen tegen 54,53 eurocent per kilowattuur. Dat is altijd meer dan de energienota die mensen betalen (ca. twintig tot 30 eurocent per kilowattuur). Deze wet werd in 2000 ingevoerd met als doel duurzame energie uit een impasse te halen en om de zonne-energie-industrie te stimuleren te investeren in massaproductie en ontwikkeling. Het Einspeisegesetz is tot nu toe een succes: de hoeveelheid geïnstalleerde zonnepanelen steeg exponentieel en de prijs van de panelen daalde.
Uit een recent rapport over duurzame energie van het Duitse ministerie voor Milieu (BMU) blijkt dat tegenover iedere euro subsidie een kostenvermindering staat van 1,60 euro. Die reductie vloeit voort uit minder import van energie en vermeden milieukosten. De subsidies voor duurzame energie zich hierdoor vanzelf terug. In de afgelopen vijf jaar is het aandeel van duurzame energie in het totale energieverbruik daar dan ook verdubbeld. Daarmee is het aandeel duurzaam in Duitsland drie maal groter dan in Nederland.

Zes kolencentrales

De jarenlange stabiele subsidie regeling met een vergoeding voor geproduceerde zonnestroom heeft dit land tot ’s werelds grootste markt voor PV gemaakt. Dankzij de industriële ontwikkeling biedt de PV-industrie in Duitsland werk aan meer dan 40.000 mensen. De Duitse zonne-energie industrie loopt wereldwijd voorop en overal in de wereld worden Duitse cellen, panelen en productie apparatuur verkocht.
De totale geïnstalleerde capaciteit steeg van 100 MW in 2000 tot ruim 3.000 MW in 2006, vergelijkbaar met de capaciteit van zes kolencentrales. En in 2008 werd in Duitsland circa 1.600 MW nieuw zonnecelvermogen geïnstalleerd, gezamenlijk een oppervlakte van meer dan 2.000 voetbalvelden.
De totale capaciteit aan Duits zonnecelvermogen is weliswaar slechts een half procent van de elektriciteitsproductie, maar als Duitsland in dit tempo doorgaat, zal zonne-energie over tien jaar voorzien in een substantieel deel van de elektriciteitsbehoefte. Vergelijken we dat met de Nederlandse daken, dan leveren die slechts vijftig MW aan zonne-elektriciteit en dat is slechts 0,05 procent van de elektriciteitsbehoefte. En dit jaar zal het verschil nog groter worden, omdat de Nederlandse subsidies zijn gemaximeerd voor 20 MW nieuw vermogen en de Duitse markt stug doorgroeit.
Tot slot nog dit: Ook China dat bekend staat als een grote vervuiler, heeft inmiddels een subsidie op zonne-energie aangekondigd. China haalt momenteel nog 75 procent van de energiebehoefte uit kolen, maar is vastbesloten zich meer te richten op duurzame energie. In 2020 moet 23 procent van de energiebehoefte uit groene energie komen. Om dit te stimuleren geeft China dit jaar namelijk 20 yuan (ca. 2,16 euro) subsidie per watt voor projecten met een capaciteit van tenminste 50 kilowatt. Grote vraag is dus: Waar blijft de Nederlandse overheid?

De zonnige pluspunten van zonnecelfolie:

  • licht van gewicht
  • onbreekbaar en flexibel
  • gemakkelijk hanteerbaar
  • biedt vrijheid voor ontwerpen
  • grondstoffen ruim beschikbaar
  • laminaat van eco-compatible chemicaliën, zonder milieubelastende stoffen
  • aantrekkelijke prijs-prestatie verhouding

De regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE) sluit op 30 oktober 2009 en valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken. Het aanvragen van de subsidie kan via uitvoeringsinstantie SenterNovem. Het is overigens wel een subsidie op de productie van elektriciteit, niet op de aanschaf van zonnepanelen. Voor zonne-energie, krijgt de ‘groene stroomproducent’, afhankelijk van het aantal kWp’s, een bepaald basisbedrag per Kilowattuur (KWh) vergoed.
Voor zonnepanelen is er in 2009 € 88 miljoen beschikbaar voor in totaal 20 MW. Het grootste deel daarvan (15 MW) is bestemd voor de kleinere zonnepanelen 0,6 tot 15 kW. Helaas is de subsidiepot beperkt en voor bepaalde categorieën (o.a. grote zonnepanelen van 15 tot 100 kW) al grotendeels uitgegeven.